Apps als TikTok roepen vragen op over privacy, datagebruik en mentale gezondheid: zeker bij jongeren. Als overheid moet je hier zorgvuldig over communiceren: duidelijk, uitlegbaar en zonder moralisme. Niet alleen over technische risico’s, maar ook over wat deze apps doen met autonomie, wereldbeeld en publieke waarden.
1. Benoem risico’s op meerdere niveaus
Communiceer niet alleen over wát er mis kan gaan, maar ook over waarom dat ertoe doet. Denk aan drie lagen:
a. Technische risico’s
-
Dataverzameling door buitenlandse actoren
-
Ontransparante algoritmes
-
Gebrek aan controle over opslag en gebruik
b. Sociaal-psychologische risico’s
-
Verslavingsgevoelige gebruikersstructuur
-
Zelfbeeldvervorming door contentfuiken
-
Sociale druk en prestatievergelijking
c. Publiek-morele risico’s
-
Aantasting van autonomie en keuzeruimte
-
Normalisering van surveillance en gedragssturing
-
Vermindering van publieke zeggenschap over digitale ruimte
Maak duidelijk dat deze risico’s elkaar versterken, niet vervangen.
2. Leg uit zonder te moraliseren
Gebruik taal die uitlegt, niet veroordeelt. Vermijd zwart-witbeelden als:
-
“TikTok is gevaarlijk”
-
“Jongeren doen maar wat”
-
“Dit moet verboden worden”
Kies in plaats daarvan voor:
-
“We zien dat TikTok werkt op een manier die impact heeft op zelfbeeld en keuzevrijheid.”
-
“Niet alles wat leuk is, is automatisch veilig.”
-
“Je mag kritisch zijn op technologie én ervan genieten.”
Zo blijft de overheid geloofwaardig én aanspreekbaar.
3. Geef handelingsopties en alternatieven
Maak communicatie praktisch. Denk aan:
-
Keuzetools: wel of geen account? Instellingen aanpassen?
-
Informatie over alternatieven voor video-apps met minder dataverzameling
-
Tips voor gesprek tussen ouders en jongeren (bijv. via bibliotheken of scholen)
Geef ruimte aan gebruikers om eigen afwegingen te maken binnen duidelijke kaders.
4. Wees transparant over je eigen keuzes
Als overheid heb je vaak zelf een positie in deze apps: accounts, campagnes, monitoring. Wees daar eerlijk over. Leg uit:
-
waarom je wél of niet actief bent op een platform;
-
hoe je omgaat met data-ethiek en platformkeuze;
-
welke waarden leidend zijn in communicatiebeslissingen.
Transparantie is hier geen luxe – het is een voorwaarde voor vertrouwen.
Tot slot: communicatie over onveilige apps is geen waarschuwing, maar een uitnodiging. Niet om mensen bang te maken, maar om bewustzijn te vergroten. Als overheid ben je geen opvoeder, maar wél een publieke gids: richtinggevend, uitlegbaar en moreel helder – met oog voor autonomie, keuzevrijheid en publieke verantwoordelijkheid.
Geef een reactie