Waar we in zijn beland
Er is iets geks aan de hand met onze publieke ruimte. We noemen het ‘sociale media’, maar het is zelden sociaal. We spreken over ‘publiek debat’, maar het debat wordt gestuurd door datastromen die geen waarden kennen. Alleen variabelen. Alleen gedrag.
En dat gedrag wordt beloond volgens één regel: engagement is koning.
Niet waarheid.
Niet nuance.
Niet legitimiteit.
Maar clicks. Shares. Reacties.
Het maakt dus uit hoe je iets zegt. Niet wat je zegt. En precies daarom floreren figuren als Trump op deze platforms: hun taal is geen inhoud, maar wapen. Geen mening, maar mechaniek.
Ze zijn niet populair ondanks hun stijl —
maar omdat die stijl exact doet wat het algoritme vraagt.
Maar als je dit weet
dan ben je niet langer toeschouwer.
Dan kun je kiezen hoe je reageert.
Hoe je positioneert.
Hoe je communiceert in een omgeving die polariseert
omdat dat loont.
Engagement is geen bijzaak
Het is het hele spel
Social media zijn niet neutraal. Dat moet eerst echt landen.
De platforms zijn ontworpen om te verdienen aan onze aandacht. Ze meten geen waarheid, ze meten gedrag. Alles wat leidt tot actie — boos worden, lachen, delen, roepen — wordt omhooggestuwd. Wat vraagt om reflectie of nuance, zakt naar de achtergrond. Want stilstand scoort niet.
Engagement = aandacht = verdienmodel.
En in dat model geldt:
– Een boze reactie telt net zo zwaar als een enthousiaste
– Een misleidend filmpje scoort beter dan een genuanceerd betoog
– Een naam als Trump is geen persoon meer, maar een algoritmische jackpot
Hoe meer je het over hem hebt — ook negatief — hoe groter z’n bereik wordt.
Dat is geen complottheorie. Dat is systeemkennis.
Polarisatie als platformstrategie
Of je nu ‘voor’ of ‘tegen’ bent, het algoritme ziet alleen dát je meedoet.
En hoe heftiger je meevecht, hoe meer bereik je onbedoeld genereert.
Het is een feedbackloop die emoties versterkt en tegenstellingen uitvergroot.
Daarom helpt het Trump als je hem ‘gevaarlijk’ noemt.
Daarom verdwijnt nuance in de filters.
Daarom lijkt het alsof er nog maar twee smaken bestaan: vóór of tégen.
Maar daar daartussen — in het niemandsland tussen de kampen — ligt de ruimte die jij kunt bewonen.
Niet om neutraal te zijn.
Maar om strategisch te zijn.
Om taal te kiezen die het algoritme niet meteen platdrukt tot sentiment.
Wat je wél kunt doen
Zonder jezelf te verliezen
De vraag is niet: hoe versla ik Trump op zijn eigen speelveld?
De vraag is: hoe spreek ik in een ruimte die op effect is ingericht, zó dat er betekenis ontstaat?
Dat begint met framing, maar niet in de marketingzin. Niet als verpakking, maar als richting. Als kader waarin woorden niet alleen iets oproepen, maar ook iets beschermen.
Een voorbeeld:
– “Trump is gevaarlijk” is een oordeel
– “Populistische strategieën verleggen de grens van wat acceptabel is” is een analyse
In het eerste geval activeer je het algoritme. In het tweede activeer je het geweten van je publiek.
Waarom dat werkt
Omdat je niet langer tegen iemand spreekt
maar over wat het met de samenleving doet
Dat is een cruciaal verschil.
Spreek over structuur, niet over schurken
Mensen zijn geneigd personen centraal te zetten: ‘hij zegt dit’, ‘zij doet dat’. Maar het algoritme leeft van persoonsgerichtheid. Elke naam, elke aanval, elke verdachtmaking is voer voor engagement.
Wil je daaruit blijven, dan kies je bewust voor systeemtaal:
– Wat doet deze manier van communiceren met het vertrouwen in instituties?
– Hoe verhouden beleidskeuzes zich tot publieke controleerbaarheid?
– Welke ruimte blijft er over voor nuance als alles moet scoren?
Dat klinkt misschien abstract
maar het is precies die abstractie die ruimte geeft.
Niet als vaagheid, maar als afstand.
Als adempauze in een dichtgetimmerde timeline.
Gebruik interactie als uitnodiging, niet als val
Het algoritme beloont interactie. Dus je zou kunnen denken: ik stel gewoon een vraag onder mijn post. Prima. Maar dan is de vraag: welke vraag stel je?
Kies je voor prikkelend (“Wat vind jij van deze populistische leugenaar?”) dan lok je strijd.
Kies je voor reflectie (“Wat betekent het als beleid steeds meer op performance wordt beoordeeld?”), dan open je ruimte.
De een vraagt om standpunt
de ander vraagt om positie
Die tweede is zeldzamer. Maar waardevoller.
Beeldtaal die vertraagt
Ook je beeld is onderdeel van je positionering. We zeiden het al: vermijd de algoritmische blikvangers. Geen felgekleurde memes, geen schreeuwerige quotes over zwart fond. Kies voor beelden die ademen.
– Lege ruimte
– Zacht licht
– Mensen op afstand
– Geen tekst, geen branding, geen noise
Beeld als pauze. Als uitnodiging. Als tegenstem in een visueel overprikkeld platform.
Tip
Wat taal nog kan zijn
Als alles gestuurd wordt op sentiment
We leven in een tijd waarin taal voortdurend getest wordt op effect. Op snelheid. Op bereik. Op deelbaarheid. En precies daarom moeten we haar blijven zien als iets anders: als een ethisch instrument.
Niet om te manipuleren
maar om zichtbaar te maken wat op het spel staat.
Als je schrijft — of spreekt — in een omgeving die polariseert omdat dat scoort, dan wordt elke zin een keuze. Kies je voor impact? Of kies je voor integriteit?
De kunst is:
beide kunnen.
Maar nooit vanzelf.
Altijd bewust.
Communicatie als publieke praktijk
Als communicatieprofessional bij de overheid heb je een rol die groter is dan het format waarin je post.
Jouw taal bouwt aan vertrouwen.
Jouw keuzes bepalen mee hoe mensen beleid begrijpen
en of ze zich erin herkennen.
Of juist afkeren.
Dat is geen neutrale opdracht.
Dat is een publieke verantwoordelijkheid.
Juist daarom moet je snappen hoe algoritmes werken. Niet om ze te slim af te zijn, maar om te weten wanneer je iets versterkt wat je eigenlijk wilt tegengaan.
Daar zit jouw kracht.
Niet in de juiste hashtags
maar in morele helderheid.
Dit vraagt iets van jou
Het vraagt dat je bewust schrijft.
Dat je kiest voor taal die vertraagt
waar de wereld versnelt.
Dat je ruimte maakt
in een tijdlijn die alles wil vullen.
En dat je begrijpt:
Publieke communicatie is geen marketing.
Het is onderhoud aan het weefsel van vertrouwen.
Jij daartussen
Er is geen handleiding voor wat jij moet doen.
Maar er zijn wel richtingen. En vragen die helpen.
– Waar positioneer ik mezelf, zonder partij te worden?
– Hoe maak ik mijn taal publiek, zonder glad te worden?
– Kan ik iets zeggen dat klopt — en iets opent?
Dat is de ruimte daartussen.
Niet tussen goed en fout.
Maar tussen effect en betekenis.
Daar kun jij werken.
Schrijven.
Staan.
📎 Verdieping & verbinding
– Wil je verder lezen over hoe framing werkt in beleidscommunicatie? Binnenkort volgt een artikel: “Taal die geen kamp kiest, maar wel richting geeft”
– Interesse in de visuele kant? Lees dan straks “Beeld dat niet overtuigt, maar uitnodigt”
– Voor een bredere reflectie op social media en publieke waarden: Rathenau Instituut – Digitale dreigingen voor de democratie
[…] Vorige […]
[…] kunt doen– Lees ook: Waarom polarisatie werkt — en wat jij daartussen kunt doen– Lees ook: Waarom polarisatie werkt: en wat jij daartussen kunt doen – En: Taal die geen kamp kiest, maar wel richting geeft – Externe reflectie: Mediawijsheid.nl […]
[…] maar wel richting geeft — over hoe je richting geeft zonder te polariseren– Eerder besproken: Waarom polarisatie werkt: en wat jij daartussen kunt doen– Reflectie op beeldvorming binnen AI-gedreven systemen: AI en publieke verbeelding – ONYX […]
[…] Lees ook: Waarom polarisatie werkt: en wat jij daartussen kunt doen– En: Van waarheid naar waarheidsgevoel: hoe algoritmes onze werkelijkheid herschrijven– […]
[…] tempo van het platform is het tempo van onze reactie geworden. Sneller is beter. Emotie is beter. Polarisatie scoort. En terwijl we denken dat we onze mening geven, zijn we vaak vooral het algoritme aan het […]