Niet jezelf bewijzen

maar jezelf verbinden

Ik schrijf dit niet als betoog.
Ik schrijf dit als getuigenis.
Als iemand die leeft van vrijheid
en steeds beter begrijpt
dat vrijheid pas betekenis krijgt
wanneer ze gedeeld wordt.

Jarenlang was zelfstandigheid het symbool van autonomie.
Je eigen uren.
Je eigen risico.
Je eigen route.

Ook voor mij voelde dat als moreel juist.
Een eerbare manier van werken.
Een bewijs van kunnen.

Maar 2025 maakt iets anders zichtbaar.
De werkelijkheid schuurt.
De patronen verschuiven.

En zo word ik gedwongen opnieuw te vragen:
Wat betekent zelfstandig zijn: niet voor mij alleen, maar voor ons samen?

De oude architectuur: vrijheid als bezit

Zelfstandigheid is niet nieuw.
Lang voordat we het zzp noemden
bestond het al.

Boeren. Ambachtslieden. Kleinschalige winkeliers.
Werken zonder baas
maar ook: werken zonder vangnet.

Na de oorlog bouwden we iets anders.
Collectieve arbeidsovereenkomsten. Sociale zekerheden.
Verbanden waarin risico’s niet langer privé waren
maar gedeeld.

En toch bleef de zelfstandige bestaan.
Een romantisch beeld, vaak.
De vrije professional.
De ondernemer tegen de stroom in.

Vanaf de jaren tachtig groeide het aantal zelfstandigen explosief.
Consultants. Creatieven. Technici.
Flexibiliteit als beloning voor lef.

Maar onder die groei
school ook een stille verschuiving.

Zelfstandigheid werd niet altijd gekozen.
Soms werd ze opgedrongen.
Platformwerk. Schijnzelfstandigheid.
Economieën gebouwd op individuele kwetsbaarheid.

En wij, die vrijheid vierden
keken soms weg van de prijs die anderen betaalden.

De herijking van zelfstandigheid

Vrijheid vraagt verantwoordelijkheid

2025 als kantelpunt

De Fiscale Beleids- en Uitvoeringsagenda 2025 markeert het moment:
de overheid benoemt wat al langer voelbaar was
maar zelden hardop werd gezegd.

Zelfstandigheid is geen individuele status.
Het is een publieke positie.

Een zelfstandige draagt meer dan zijn eigen risico.
Hij of zij draagt ook een deel van het publieke weefsel.
De kwaliteit van werk.
De kracht van verbinding.
De legitimiteit van economische structuren.

Dat vraagt andere kaders.
Andere woorden.
Andere verantwoordelijkheden.

Drie publieke eisen aan zelfstandigheid

  1. Erkenning van complexiteit

Niet elke zelfstandige is ondernemer pur sang.
Sommigen dragen echte ondernemersrisico’s.
Anderen werken feitelijk in loondienst, zonder de bescherming daarvan.

We mogen die verschillen niet wegpoetsen in beleid
niet maskeren in statistieken
niet verabsoluteren in ideologie.

Complexiteit erkennen
is respect tonen voor de werkelijkheid.

  1. Publieke verantwoordelijkheid voor kwetsbaarheid

Sociale bescherming mag niet afhangen van je inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Of van de formulering van je contract.

Wie werkt
wie risico draagt
heeft recht op een basis van zekerheid.

Niet als luxe
maar als erkenning van arbeid als publieke waarde.

  1. Herpositionering van werk als publieke daad

Werk is niet alleen economisch verkeer.
Het is deelname aan samenleving.
Aan betekenisgeving.
Aan onderlinge zorg.

Zelfstandig werken betekent niet: alleen werken.
Het betekent: bijdragen —zichtbaar of onzichtbaar— aan het gemeenschappelijke leven.

Zelfreflectie in het hier en nu

Ook ik voel deze verschuiving.
Niet in beleidsstukken
maar in gesprekken met collega’s.
In de ongemakkelijke vragen die blijven hangen na een project.
In het besef dat vrijheid pas echt vrij is
wanneer ze ook verantwoordelijkheid insluit.

Zoals een bevriende adviseur het treffend zei:

“Ik noem mezelf ondernemer, maar soms voelt het als schijn.”

Dat erkennen
is geen zwakte.
Het is het begin van iets nieuws.

Vooruitkijken naar een nieuwe samenleving van werk

Van individuele keuze naar collectieve architectuur

Wat als we anders durven denken over werk?

Als we zelfstandigheid niet meer zien als geïsoleerde vrijheid
maar als gedeelde verantwoordelijkheid
dan moeten we opnieuw durven ontwerpen.

Niet het oude systeem plakken op nieuwe vormen
maar nieuwe fundamenten bouwen.

En dat vraagt verbeelding.
Moed.
En de wil om los te laten wat ooit vanzelfsprekend leek.

Drie bouwstenen voor een nieuwe werkarchitectuur

  1. Gedifferentieerd beleid

We kunnen niet blijven doen alsof elke zelfstandige gelijk is.
We hebben beleid nodig dat erkent:
– Dat er zelfstandigen zijn die echt ondernemen
– Dat er zelfstandigen zijn die feitelijk werknemer zijn
– En dat daar tussenin hele grijze gebieden bestaan

Dat vraagt:
– Fiscale regimes die ruimte geven aan echte ondernemers
– Sociale zekerheden die kwetsbaarheid niet negeren

Niet uit paternalisme
maar uit respect.

  1. Universele sociale basiszekerheid

Wie werkt, wie risico draagt
moet kunnen rekenen op bescherming.

Daarbij mag de arbeidsrelatie niet het uitgangspunt zijn.
Wat telt, is deelname.
Bijdrage.
Betrokkenheid.

Een basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid.
Een eerlijke pensioenopbouw.
Een vangnet dat niet discrimineert
op vorm
of etiket.

Dat is geen nivellering van vrijheid.
Dat is de voorwaarde waaronder vrijheid kan bloeien.

  1. Normatieve herwaardering van werk

In onderwijs.
In media.
In beleid.

We moeten werk opnieuw framen als publieke daad.
Als iets waarmee je niet alleen inkomen verdient
maar vooral bijdraagt aan samenleven.

Dat betekent:
– Minder spreken over “de markt van werk”
– Meer spreken over “de gemeenschap van arbeid”

Een samenleving waarin platformwerkers, ambachtslieden, creatieven en technici
niet alleen gezien worden als economische eenheden
maar als publieke schakels.

Als bindweefsel.

Tip

van Sander:

Gebruik je zelfstandigheid niet als schild, maar als brug

Bouw actief aan je eigen positionering in de samenleving:
– Deel je ervaringen over onzekerheid, niet alleen over succes
– Zoek samenwerking op basis van waarden, niet alleen van opdracht
– Zie opdrachtgevers niet als klanten, maar als partners in publieke dienstverlening
– Reflecteer op je eigen rol: wie dien ik, naast mezelf?

Zelfstandig zijn betekent niet: alles alleen doen
Het betekent: bewust kiezen hoe jij bijdraagt aan het grotere geheel

Vrijheid zonder solidariteit is willekeur

Zelfstandigheid zonder bescherming is onrecht

Dat is geen ideologische stelling.
Dat is een empirische constatering.

We zien het om ons heen:
– Platformwerkers zonder pensioen
– Creatieve zzp’ers zonder vangnet
– Technici die alles dragen maar nergens kunnen landen

We kunnen kiezen.
Of we kijken weg.
Of we bouwen iets nieuws.

Iets dat vrij is
én rechtvaardig.
Iets dat zelfstandig is
én solidair.

Niet bezit, maar verantwoordelijkheid

Zelfstandigheid in 2025 is geen statussymbool.
Geen bezit dat je kunt claimen.
Geen bewijs van persoonlijk succes.

Het is een verbintenis.
Een manier van zijn in de samenleving.
Met vrijheid als voorrecht
en verantwoordelijkheid als tegenwicht.

Wie zelfstandig werkt
loopt risico’s die zichtbaar mogen zijn
vraagt ruimte die gerechtvaardigd moet zijn
en draagt bij aan een samenleving die méér is
dan markt en contract.

Zelfstandig zijn betekent:
– jezelf serieus nemen
– maar ook de samenleving waaraan je deelneemt
– en de mensen die je werk raken, zonder dat ze je klant zijn

Daarom schrijf ik dit

Niet om te moraliseren.
Niet om te klagen.
Niet om te breken met wat was.

Maar om woorden te geven
aan een verschuiving die dieper gaat
dan fiscale regels of arbeidsmarktstatistieken.

Omdat ik geloof:
dat vrijheid pas echt vrij is
wanneer ze gedeeld wordt.

En dat zelfstandigheid pas echt krachtig is
wanneer ze ingebed is in een gemeenschap die haar draagt.

Ik schrijf dit als Sander Oord.
Als Social Media Mannetje.
Als zelfstandige die zijn autonomie koestert
maar zijn verbondenheid erkent.

Samen bouwen aan nieuwe grond

Misschien is dat de ware herijking:
Niet dat we minder zelfstandig worden
maar dat we zelfstandigheid anders begrijpen.

Niet als isolatie
maar als integratie.

Niet als “ik eerst”
maar als “wij samen”.

Waar zelfstandigheid niet betekent: jij tegen de wereld
maar: jij ín de wereld.

Waar risico’s gedeeld worden
zonder autonomie te verliezen.

Waar bijdragen telt
niet alleen inkomen.

Dat vraagt om nieuwe taal
om nieuwe structuren
en om nieuwe beelden van wat werken is.

En wij —zelfstandig professionals, beleidsmakers, opdrachtgevers, denkers—
wij zijn samen de bouwers.

Niet door vast te houden aan wat was
maar door te verbeelden wat kan zijn.

Zelfstandigheid als publieke architectuur.
Geen droom. Geen ideologie.
Een werkwoord.

En wij zijn de werkenden.

📎 Verdieping & verbinding