Tl;dr – Samenvatting
Social media blijven ook in 2025 belangrijk voor gemeentelijke communicatie, maar hun inzet is niet zonder risico’s. Platforms als Facebook, TikTok en X staan onder druk vanwege privacyzorgen, afhankelijkheid van niet-Europese techbedrijven en hun rol in desinformatie en polarisatie.

Gemeenten moeten daarom expliciet kiezen hoe en waarom ze social media inzetten: of juist niet. Het gaat niet alleen om bereik, maar ook om publieke waarden als transparantie, autonomie en inclusie. In dit artikel vind je 10 actuele overwegingen en beleidsaanbevelingen voor strategisch, verantwoord en toekomstbestendig socialmediabeleid.

Belangrijkste boodschap: zichtbaarheid mag nooit ten koste gaan van zeggenschap. Social media zijn geen neutraal kanaal, en vragen om expliciete keuzes, alternatieven en toetsing op digitale weerbaarheid.

Gemeenten willen zichtbaar zijn. Begrijpelijk.
Zichtbaarheid suggereert nabijheid, bereik, herkenning.
Maar wat als zichtbaarheid ten koste gaat van zeggenschap?

Socialmediaplatforms zijn geen neutraal domein. Ze sturen, filteren en bepalen wat gezien wordt. Ze zijn gebouwd voor engagement, niet voor publieke waarden. En precies daarom vraagt het gebruik ervan door overheden om expliciete keuzes.

Niet alleen technisch, maar bestuurlijk.
Niet alleen functioneel, maar moreel.

Dit artikel is geen pleidooi vóór of tegen social media.
Het is een uitnodiging tot herbezinning.

Want waar we communiceren,
zegt iets over wie we willen zijn als overheid.

Balanceren tussen bereik, publieke waarden en strategische autonomie

De inzet van social media anno 2025: tussen bereik en risico

Social media zijn anno 2025 nog steeds belangrijke kanalen voor gemeenten om inwoners te informeren, betrekken en activeren. Van wegafsluitingen en stemoproepen tot participatieprocessen en publieksvragen: sociale platforms maken laagdrempelige communicatie mogelijk. Tegelijkertijd staan deze platforms structureel onder toezicht vanwege hun impact op privacy, veiligheid en democratische integriteit.

Platforms zoals Facebook, Instagram, TikTok, X (voorheen Twitter), WhatsApp en LinkedIn blijven populair, maar staan steeds vaker onder druk vanwege zorgen over:
– de verwerking van persoonsgegevens buiten Europese rechtsgrondslag,
– de ondoorzichtigheid van algoritmische aanbevelingen,
– afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven,
– en de rol van deze platforms bij (des)informatiecampagnes en maatschappelijke polarisatie.

Daarom groeit binnen overheden het besef dat social media geen neutraal instrument zijn. Hun inzet raakt direct aan publieke waarden en strategische autonomie. Gemeenten krijgen dan ook steeds vaker te maken met kritische vragen over de legitimiteit en wenselijkheid van socialmediagebruik.

Waarom gemeenten zich vragen stellen

De Informatiebeveiligingsdienst (IBD) ontvangt met regelmaat vragen van gemeenten:
– Is het nog verantwoord om social media te gebruiken als overheidskanaal?
– Voldoen we dan nog aan de AVG?
– Welke risico’s nemen we, en welke alternatieven zijn er?

Het korte antwoord: er zijn duidelijke risico’s verbonden aan het gebruik van commerciële socialmediaplatforms. Die risico’s liggen onder meer op het gebied van:
– gegevensverwerking buiten EU-jurisdictie,
algoritmische beïnvloeding van bereik en zichtbaarheid,
– versleuteling en dataretentie door derden,
– profilering en ondoorzichtige targeting,
en afhankelijkheid van platformbedrijven met een winstlogica die niet altijd spoort met publieke waarden.

In 2023 wees een DPIA (Data Protection Impact Assessment) al op zeven ernstige privacyrisico’s bij het gebruik van Facebookpagina’s door overheden. Sindsdien heeft Meta (het moederbedrijf van Facebook) enkele aanpassingen doorgevoerd, maar structurele zorgen blijven bestaan. In recente Kamerbrieven (2024 en 2025) wordt zelfs gesproken over het actief ontmoedigen of gefaseerd uitfaseren van gemeentelijk gebruik van Facebook, tenzij platformpraktijken fundamenteel veranderen.

Ook andere platformen staan onder toezicht of worden juridisch getoetst, waaronder TikTok (vanwege eigendom in China) en X (vanwege moderatiebeleid en datatransparantie).

Handvatten voor gemeentelijk beleid

Gemeenten bepalen binnen de kaders van wet- en regelgeving grotendeels hun eigen communicatiestrategie. Maar zorgvuldigheid is niet optioneel: het is noodzakelijk. Ook in 2025 geldt: inwoners kiezen zelf of ze social media gebruiken, maar de overheid is verantwoordelijk voor de manier waarop zij deze platforms inzet.

Gemeenten staan voor een afweging tussen bereik en betrouwbaarheid. De gemiddelde inwoner gebruikt meerdere digitale kanalen, maar verwacht ook dat de overheid handelt in lijn met publieke waarden zoals privacy, transparantie en onafhankelijkheid. De vraag is dus niet alleen óf we deze platforms kunnen inzetten, maar ook: passen ze nog bij onze publieke taak?

Veranker publieke waarden in je kanaalkeuze

Social media zijn geen beleidsinstrument zonder bijsluiter. Ze zijn digitale infrastructuren met politieke, sociale en ethische implicaties.

Elke kanaalkeuze impliceert een keuze in waarden:
– Kies je voor bereik boven uitlegbaarheid?
– Voor snelheid boven zorgvuldigheid?
– Voor afhankelijkheid boven autonomie?

De ELSA-principes (Ethical, Legal, Societal Aspects) bieden hier richting.

📌 Toepasbare vragen:
– Is het platform uitlegbaar?
– Kunnen we uitleggen waarom iemand wél of niet iets ziet?
– Is participatie mogelijk zonder algoritmisch filter?

Sociale media kunnen een krachtig hulpmiddel zijn.
Maar alleen als ze passen binnen een bestuursstijl die uitlegbaar, toetsbaar en inclusief is.

Actuele overwegingen voor gemeenten in 2025

1. Neem een strategisch besluit: en leg het vast

Ga in gesprek met je privacy officer, FG, CISO, communicatieadviseurs en bestuurders. Formuleer een gezamenlijke visie: wat willen we bereiken met social media? Welke risico’s accepteren we, en welke niet? Documenteer deze afwegingen expliciet. Leg keuzes vast in een socialmediabeleid dat jaarlijks wordt geactualiseerd.

2. Pas communicatie aan per doelgroep en per platform

Gebruik social media waar het toegevoegde waarde heeft, maar niet als standaardkanaal. Voor laagdrempelige updates of snelle notificaties kan het effectief zijn. Voor persoonlijke dienstverlening, participatie of vertrouwelijke communicatie is het onverstandig of zelfs ongeschikt. Houd rekening met digitale diversiteit binnen de doelgroep.

3. Bied altijd alternatieven

Zorg dat informatie die via social media wordt gedeeld, ook toegankelijk is via gemeentelijke websites, fysieke loketten, huis-aan-huiscommunicatie of apps die wél voldoen aan Europese privacywetgeving. Transparantie en bereikbaarheid mogen nooit afhankelijk zijn van één platform of verdienmodel.

4. Denk na over exitstrategieën

Wat als een platform morgen wordt verboden of massaal wordt verlaten door gebruikers? Bouw je strategie niet op afhankelijkheid van één kanaal. Overweeg open source en EU-gebaseerde alternatieven zoals Mastodon of Matrix, al dan niet binnen de Federatie van Publieke Platforms die in opkomst is. Houd technische en juridische migratiemogelijkheden up-to-date.

5. Evalueer regelmatig

De digitale wereld verandert snel. Een kanaal dat vandaag legitiem is, kan morgen onhoudbaar zijn. Plan een jaarlijkse evaluatie van je kanaalkeuze, inclusief risico-analyse, gebruiksdata, juridische ontwikkelingen en ethische overwegingen. Betrek hierin ook de ervaringen van inwoners en medewerkers.

Strategisch bewustzijn en digitale weerbaarheid

6. Positioneer socialmediabeleid binnen bredere weerbaarheidsopgave

Gemeenten opereren anno 2025 niet langer in een neutraal digitaal landschap. Volgens de Kamerbrief Weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen en het bijbehorende dreigingsbeeld is sprake van toenemende digitale beïnvloeding, spionage en verstoringen van publieke infrastructuren, veelal via digitale kanalen waaronder social media. Gemeentelijk socialmediabeleid moet daarom ook worden getoetst aan nationale veiligheid en digitale autonomie.

📌 Wat betekent dit concreet?
Socialmediagebruik door gemeenten kan in sommige gevallen onbedoeld bijdragen aan strategische afhankelijkheid van statelijke actoren buiten de EU. Dit vereist een bewustwording van zogeheten “strategisch ongewenste afhankelijkheid” zoals beschreven in het WODC-rapport Tussen Uitschakeling en Inschakeling. Een gemeentelijke Facebookpagina kan, zonder opzet, een kanaal zijn voor algoritmisch gemanipuleerde informatie die buiten EU-toezicht valt.

7. Voorkom facilitering van ‘stochastische dreiging’

Social media zijn niet alleen communicatiekanalen, maar ook infrastructuren waar desinformatie en vijandig discours gedijen. Het RAND-rapport Van woorden naar daden waarschuwt voor het fenomeen stochastisch terrorisme: het risico dat vijandige of polariserende content online bijdraagt aan een klimaat waarin individuen zich gelegitimeerd voelen tot geweld, ook als er geen directe oproep daartoe is.

📌 Voor gemeenten betekent dit:
Zorg voor moderatie en ethische richtlijnen bij participatie via social media, zeker als er contact is met jongeren of kwetsbare groepen. Wees alert op framing, escalatie of politieke polarisatie die via publieke kanalen versterkt kunnen worden. Ontwikkel beleid voor incidentafhandeling en interventie.

8. Verbind keuzes aan publieke waarden en ELSA-principes

Volgens het ELSA Labs Framework en de handreiking Overheidsbrede inzet van generatieve AI (2025) dient elk digitaal kanaal beoordeeld te worden op publieke waarden zoals privacy, uitlegbaarheid, veiligheid en inclusie.

📌 Aanbevolen:
Gebruik het ELSA-denkmodel voor het herijken van het socialmediabeleid:

  • Welke waarden staan centraal (bijv. transparantie, autonomie)?

  • Is het kanaal uitlegbaar, controleerbaar en te verlaten?

  • Kan burgerparticipatie zonder dat publieke controle verdwijnt in de ‘zwarte doos’ van algoritmen?

9. Veranker crisiscommunicatie in EU-voorbereidingsstrategie

De EU Preparedness Union Strategy benadrukt het belang van een ‘all-hazards’ en ‘whole-of-society’ aanpak voor maatschappelijke paraatheid. Gemeenten moeten ook socialmediabeleid koppelen aan scenario’s zoals grootschalige stroomuitval, sabotage van telecommunicatie of verlies van GPS.

📌 Aanbevolen actie:
Integreer social media in gemeentelijke paraatheidsplannen, met duidelijke fallbackscenario’s voor crisiscommunicatie buiten Big Tech-platforms om. Zorg voor redundantie: een robuust communicatieplan bevat altijd alternatieve kanalen die buiten commerciële platforms opereren, zoals radio, NL-alert, gemeentelijke apps of fysieke distributie.

10. Niet iedereen is digitaal vaardig of actief op social media

Digitale communicatie mag fysieke, begrijpelijke en toegankelijke communicatie nooit vervangen. Denk aan laaggeletterden, ouderen, mensen met een beperking of beperkte toegang tot internet. Toegankelijke communicatie vereist meertaligheid, begrijpelijke taal en keuzevrijheid in kanaalgebruik. Dit is geen bijzaak, maar randvoorwaarde voor inclusieve overheid.

Drie gemeenten, drie strategieën

Verschillende gemeenten experimenteren met een herijking van hun kanaalkeuze. En dat gaat niet om het schrappen van accounts, maar om het maken van afgewogen keuzes:

– Westland: Beperkt actief gebruik van Facebook. Meer inzet op eigen infrastructuur en gemeentelijke apps.
– Utrecht: Besloot TikTok niet in te zetten voor jongerencampagnes, en ontwikkelt een participatieomgeving buiten commerciële platforms.
– Amsterdam: Publiceert transparantierapportages over socialmedia-bereik en moderatiebeleid, inclusief dilemma’s en afwegingen.

Deze voorbeelden laten zien: beleid hoeft niet rigide te zijn, zolang het maar uitlegbaar en geëvalueerd is.

Afwegingskader: 6 vragen voor besluitvorming

  1. Wat willen we bereiken? Informatievoorziening, participatie of dienstverlening?
  2. Is het kanaal uitlegbaar en uitlegbaar? Kunnen we uitleggen hoe bereik wordt bepaald?
  3. Zijn er alternatieven beschikbaar? Zowel digitaal als fysiek?
  4. Welke risico’s accepteren we – en documenteren we dat expliciet?
  5. Is dit kanaal duurzaam, toekomstbestendig en juridisch houdbaar?
  6. Wordt het gebruik periodiek geëvalueerd en bijgesteld?

Tot slot

Inwoners verwachten bereikbaarheid en begrijpelijke communicatie, maar ook betrouwbaarheid en bescherming van hun gegevens. Gemeenten die social media inzetten doen er verstandig aan dat te doen op basis van expliciete keuzes, vastgelegde afwegingen en actuele kennis van risico’s.

Social media blijven een krachtig middel, maar geen vanzelfsprekend kanaal. De publieke verantwoordelijkheid vereist dat elke gemeente zich hier bewust en strategisch toe verhoudt.

In een tijdperk waarin technologie niet neutraal is, vraagt het gebruik van social media om meer dan communicatiestrategie: het vraagt om governance. Gemeenten zijn niet alleen gebruikers van platforms, maar ook hoeders van publieke waarden. Dat vraagt om expliciete kaders, bewust risicobeheer en hernieuwde verantwoording richting inwoners.

“Zichtbaarheid mag nooit ten koste gaan van zeggenschap. Alleen met uitlegbare en bewuste inzet van social media behouden we het publieke vertrouwen.”

Social media zijn geen neutraal gereedschap.
Ze zijn structuren met hun eigen logica.
En wie die logica inzet,
moet verantwoordelijkheid dragen voor de gevolgen.

Daarom is governance geen luxe — maar noodzaak.
Niet als technocratisch document,
maar als bestuurlijke stijl:
– met reflectie
– met documentatie
– met publiek verantwoorde keuzes

Want wie zegt ‘we willen er zijn waar de mensen zijn’,
moet ook kunnen uitleggen wat daar gebeurt.
En of we daar als overheid nog vrij kunnen handelen.

Tip

van Sander:

Zichtbaarheid zonder zeggenschap is een schuldbewust compromis.
Zorg dat je platformkeuze uitlegbaar is: en niet alleen strategisch, maar ook moreel verdedigbaar.

📎 Verdieping & verbinding